Het Samenlevingscontract

Alles voor je samenwonen regelen.

Onderwerpen
    Add a header to begin generating the table of contents

    Wat is er geregeld voor samenwoners?

    Steeds meer mensen kiezen ervoor om buiten het huwelijk te leven en een niet-gehuwde relatie aan te gaan. Daarnaast wordt de keuze voor een samenlevingscontract steeds populairder. Er zijn verschillende redenen waarom mensen ervoor kiezen om een samenlevingscontract aan te gaan in plaats van te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan.

    Top 3 redenen om te kiezen voor een samenlevingscontract 

    1. Flexibiliteit
    2. Kostenbesparing
    3. Vrijheid

    Als ongehuwd samenwoners hebben jullie geen rechten en plichten tegenover elkaar. In de wet is niets geregeld voor samenwoners, waardoor vaak een gang naar de rechter nodig is bij een geschil. Veel mensen kiezen er daarom voor om een samenlevingscontract aan te gaan waarin je onderling afspraken kunt maken en veel gedoe voorkomen kan worden. Je kunt zo’n contract tegenwoordig eenvoudig online opstellen.

    Gescheiden vermogen (bezittingen en schulden)

    Beide partners houden hun eigen vermogen. Er ontstaat geen gemeenschap van goederen, zoals bij een huwelijk en partners zijn over en weer niet aansprakelijk voor de schulden van de ander. Schuldeisers van de ene partner kunnen bijvoorbeeld geen beslag leggen op het vermogen van de andere partner.

    Samenwoners kunnen wel goederen in mede-eigendom hebben, zoals een woning. Ook kunnen zij samen een schuld aangaan, bijvoorbeeld een hypotheek voor de aankoop van een (gemeenschappelijke) woning of bepaalde bezitting als gemeenschappelijk bestempelen, bijvoorbeeld de inboedel.

    Geen erfgenaam, alimentatie of pensioen

    Samenwonende partners zijn geen erfgenamen van elkaar, hebben geen recht op alimentatie of pensioen. Wie dan wel de erfgenamen zijn lezen we verderop.

    Belastingen

    Onder bepaalde voorwaarden worden samenwoners als fiscaal partners aangemerkt. Willen zij zelf kiezen voor het fiscaal partnerschap, dan kan dat door het sluiten van een notarieel samenlevingscontract én het inschrijven op het zelfde adres in de basisadministratie. Op die manier kunnen partners toch gebruik maken van bepaalde belastingvoordelen, bijvoorbeeld door het schuiven met inkomens- of vermogensbestanddelen. Voorbeeld: eigenwoningrente kan in aftrek worden gebracht bij de partner met het hoogste inkomen.

    Ook voor de erfbelasting is het gunstig als partners fiscaal partners zijn. Zij hebben dan een vrijstelling van ca. € 730.000,- en zitten in een lagere tariefschijf als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.

    In sommige gevallen verbinden overheidsinstanties ook gevolgen aan het voeren van een gemeenschappelijke huishouding (op hetzelfde adres). Denk aan uitkeringen, toeslagen en belastingen.

    Definitie en kenmerken van een samenlevingscontract

    Het samenlevingscontract is een schriftelijke overeenkomst (contract) tussen twee niet-gehuwde partners die de onderlinge rechten en verplichtingen van partners regelt. Het biedt een juridische basis voor een relatie en kan verschillende aspecten omvatten, zoals afspraken over kosten, bezittingen en een geschillenregeling.

    Het samenlevingscontract wordt vrijwillig opgesteld en dient als bewijs van de afspraken tussen de partners. In Nederland heb je namelijk contractsvrijheid, zolang je maar geen afspraken maakt die in strijd zijn met de goede zeden en de wet. Je kunt zelfs vastleggen wie er ’s ochtends ontbijt maakt, maar wellicht gaat dat net iets te ver.

    In een samenlevingscontract maak je o.a. afspraken over:

    • vermogen: je bezittingen en schulden
    • kosten van de huishouding (levensonderhoud)
    • de kosten van verzorging en opvoeding van kinderen
    • eventuele verdeling van inkomen
    • wonen: huur- of koopwoning
    • vermogensverschuiving tussen partner en meer inbreng
    • pensioenen
    • alimentatie
    • medische zaken
    • gevolgen bij overlijden van een partner
    • het einde van de relatie en dus het samenwonen
    • het oplossen van geschillen

    Vergelijking met het huwelijk

    Het samenlevingscontract verschilt van andere juridische constructies, zoals het huwelijk en geregistreerd partnerschap. In tegenstelling tot het huwelijk is het samenlevingscontract niet gebaseerd op wettelijke bepalingen die automatisch van toepassing zijn. Het biedt partners daarentegen de mogelijkheid om hun eigen regels en afspraken vast te leggen. Het geregistreerd partnerschap is een andere optie voor niet-gehuwde partners, maar dit brengt ook meer formele verplichtingen met zich mee dan het samenlevingscontract.

    De 5 belangrijkste verschillen tussen een huwelijk en samenwoners met een samenlevingscontract

    1. De juridische status: Het huwelijk is een wettelijk erkende verbintenis tussen twee mensen, terwijl een samenlevingscontract een contractuele overeenkomst is tussen twee mensen die samenleven. Het huwelijk heeft over het algemeen een sterkere juridische status en biedt specifieke rechten en plichten die automatisch van toepassing zijn.

    2. Huwelijksvermogensrecht: Het huwelijk brengt automatisch huwelijksvermogensrecht met zich mee, wat betekent dat bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk worden verworven gemeenschappelijk eigendom kunnen zijn, tenzij anders bepaald door huwelijkse voorwaarden. Bij een samenlevingscontract moet specifiek worden bepaald hoe de financiële aspecten worden geregeld.

    3. Erkenning en bescherming: Het huwelijk wordt wereldwijd erkend en heeft meestal een hogere mate van juridische bescherming dan een samenlevingscontract. Het biedt bijvoorbeeld meestal automatische erkenning en bescherming bij immigratie, adoptie en erfeniskwesties. Een samenlevingscontract kan minder erkenning en bescherming bieden, vooral buiten het rechtsgebied waar het is opgesteld.

    4. Scheiding: Het beëindigen van een huwelijk vereist meestal een formele echtscheidingsprocedure, die kan variëren afhankelijk van de omstandigheden. Bij een samenlevingscontract kan een “scheiding” eenvoudiger zijn, omdat het contract meestal voorziet in een eenvoudige procedure voor de beëindiging van de samenleving en de verdeling van bezittingen en verplichtingen.

    5. Sociale en culturele betekenis: Het huwelijk heeft vaak een diepere sociale en culturele betekenis en symboliek dan een samenlevingscontract. Het wordt vaak gezien als een traditionele en officiële verbintenis tussen twee mensen, met bepaalde verwachtingen en sociale normen die ermee gepaard gaan. Een samenlevingscontract wordt daarentegen vaak beschouwd als een flexibeler en informelere verbintenis.

    Voor- en nadelen

    Het samenlevingscontract biedt verschillende voordelen voor niet-gehuwde partners. Het geeft hen de mogelijkheid om hun rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen en geeft zekerheid en stabiliteit aan de relatie. Het kan ook van toepassing zijn op specifieke situaties, zoals het regelen van de gezamenlijke aankoop van een woning of het partnerpensioen.

    Hoewel het samenlevingscontract voordelen biedt, zijn er ook enkele kritische punten. Het contract is gebaseerd op de vrijwillige instemming van beide partners en kan daardoor minder bindend zijn dan het huwelijk. Bovendien kunnen er onduidelijkheden of onzekerheden ontstaan, met name in situaties waarin het samenlevingscontract niet voorziet.

    Zelf vastleggen of via de notaris

    Je kunt de afspraken die je maakt met je partner zelf in een document vastleggen of dit door een notaris laten doen.

    Sommige (overheids)instanties nemen alleen genoegen met een contract vastgelegd door een notaris. Zo’n samenlevingscontract noemen we een notarieel samenlevingscontract.

    Een notarieel samenlevingscontract voldoet aan de eisen van de Belastingdienst voor fiscaal partnerschap en ook aan de eisen die pensioenfondsen stellen. Ook bij het aanvragen van een hypotheek voor de aankoop van een woning kunnen banken vragen om een notarieel samenlevingscontract.

    Een notaris bewaart een notarieel samenlevingscontract voor onbepaalde tijd.

    In de volgende alinea’s bespreken we enkele belangrijke onderwerpen die vaak voorkomen in een samenlevingscontract.

    Verzorgingsplicht

    Partners leggen in de meeste gevallen vast dat ze ten opzichte van elkaar een verzorgingsplicht hebben. Zij zijn over en weer verplicht om in elkaar levensonderhoud te voorzien, in goede tijden en in slechte tijden.

    Door het opnemen van deze verplichting in het samenlevingscontract voldoen partners aan de eis die bepaalde (overheids)instanties stellen aan het contract. Bovendien kunnen bepaalde betalingen aan de andere partner dan niet worden aangemerkt als schenking, wat nadelige fiscale gevolgen kan hebben.

    Dat zorgen voor elkaar doe je niet door elkaar van inkomen te voorzien maar door samen zorg te dragen voor alles wat nodig is om te leven: een dak boven je hoofd, boodschappen, water en energie, verzekeringen, etc.

    Verzorgingsplicht

    In het kader van die verzorgingsplicht leggen de partners vast hoe en in welke verhouding zij bijdragen aan de gemeenschappelijk kosten van de huishouding, de kosten van levensonderhoud.

     Voorbeelden van kosten van de huishouding zijn:

    • dagelijkse boodschappen
    • water en energiekosten
    • opvoeding en verzorging van kinderen die tot het gezin behoren
    • huur of hypotheekrente
    • kosten vervoer
    • gezamenlijke vakanties
    • kosten medische verzorging
    • kosten verzekeringen, voorzover geen premies van levensverzekeringen
    • dat wat partners in onderling overleg verder nog tot de kosten van de huishouding
      rekenen

    Voorbeelden van kosten die niet behoren tot de kosten van de huishouding:

    • privé uitgaven/aankopen
    • aankoop van een gemeenschappelijke woning
    • aankoop inboedel
    • aankoop auto ten behoeve van gezamenlijk vervoer
    • premies voor levensverzekeringen


    Verdeling kosten huishouding
    De kosten van de huishouding dragen de partners in beginsel naar evenredigheid van hun inkomen. Dit voorkomt dat een andere verdeling, bijvoorbeeld 50/50, zou kunnen leiden tot een onredelijke verdeling van de kosten.

    Denk bijvoorbeeld aan het ontstaan van een groot inkomensverschil bij ontslag of in het geval een van de partners minder gaat werken om voor de kinderen te gaan zorgen. Zo’n partner zou dan niets overhouden of zelfs moeten putten uit eigen vermogen om zijn/haar aandeel te kunnen betalen.

    Doorgaans neem je in het contract de mogelijkheid op om jaarlijks schriftelijk af te wijken van deze draagplicht verdeling.

    Premies van overlijdensrisicoverzekeringen geen kosten huishouding
    Deze premies dient de premieplichtige partner zelf te betalen. Dit om te voorkomen dat bij overlijden eventueel erfbelasting is verschuldigd over de uitkering.

    Inkomen en verrekenen

    Inkomen
    Nu de draagplicht vaak afhankelijk is van het inkomen is het van belang om na te gaan wat onder het inkomen wordt verstaan. In het algemeen is inkomen alles wat partners verkrijgen aan inkomsten uit werk en arbeid en winst uit onderneming. Daarnaast wordt ook alles dat als vervanging van inkomen dient als inkomen gezien voor het verdelen van de kosten, bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering of het pensioen.

    Inkomsten uit vermogen, zoals rente of verhuuropbrengsten van een tweede woning, rekenen partners doorgaans niet tot het inkomen.


    Verrekening
    Stel dat de partners gedurende het jaar hun afspraak wat betreft de verdeling van de kosten niet nakomen: in beginsel kunnen zij dan eindeloos aanspraak maken op hetgeen zij teveel hebben betaald. Om dit te voorkomen is het verstandig om hieraan een termijn van bijvoorbeeld een jaar te verbinden. Maak je binnen een jaar na einde van het kalenderjaar geen aanspraak op het teveel betaalde bedrag, dan verlies je het recht om dat in de toekomst te kunnen doen. Zo loop je over en weer geen schulden op voor bijvoorbeeld de boodschappen.

    Wie is eigenaar?

    Samenwoners blijven ook vanaf de start van het samenwonen eigenaar van hun eigen bezittingen. Ook tijdens het samenwonen verkregen zaken blijven eigendom van de partner die ze heeft aangeschaft, met uitzondering uiteraard van zaken die partners samen verkrijgen.

    Bij het einde van de samenleving kan dat tot discussie leiden, zeker als partners op voet van oorlog leven. Kun je op dat moment nog bewijzen dat iets privé-eigendom is? Of ben je wellicht het bonnetje kwijt?


    Bewijsregels
    Om deze discussies te voorkomen is het verstandig om bewijsregels op te nemen in een samenlevingscontract. Vaak spreken partners dan met elkaar het volgende af:

    • inboedel, door wie ook aangeschaft, is gemeenschappelijk eigendom
    • kleding en sieraden behoren toe aan de gebruiker
    • vervoermiddelen zijn van de partner die het kenteken op naam heeft, of
    • vervoermiddelen zijn gemeenschappelijk, ongeacht de tenaamstelling
    • zaken die toebehoren aan een bedrijf zijn van de partner die het betreffende bedrijf op naam heeft
    • goederen vermeldt op een bepaalde lijst (vaak gehecht aan het samenlevingscontract) zijn privé

    In alle andere gevallen waarin getwist wordt over de vraag wie eigenaar is en geen van de partners kan bewijzen dat het privé-eigendom is, nemen de partners aan dat het gemeenschappelijk eigendom betreft.

    Uiteraard is iedere andere andere afspraak ook rechtsgeldig, mits je die afspraak schriftelijk vastlegt, zodat er geen discussie meer kan ontstaan.

    Vermogensverschuivingen

    Zoals hiervoor beschreven, hebben beide partners hun eigen vermogen. Sommige betalingen kunnen echter tot een vermorgensverschuiving leiden. Het financiële voordeel dat een partner dan heeft, dient deze partner te vergoeden aan de andere partner.

    Voorbeeld: je staat in de fietsenwinkel om een fiets te kopen, maar je bent je bankpasje vergeten. Je partner betaalt de fietst vanaf zijn/haar privé bankrekening. Je partner heeft nu een vergoedingsrecht en jij hebt een vergoedingsplicht (schuld aan je partner).

    Uitzonderingen zijn schenkingen en cadeaus van de ene partner aan de andere. Vanzelfsprekend is het dan de bedoeling dat er een “vermogensverschuiving” plaats vindt.


    Welk bedrag vergoed je
    In de meeste samenlevingscontracten is opgenomen dat je “nominaal” vergoedt: het bedrag dat is onttrokken aan het vermogen zonder een extra vergoeding of rente.

    Soms kan het ook redelijk zijn dat je meer krijgt dan het nominale bedrag dat je hebt geïnvesteerd, bijvoorbeeld als je meebetaalt aan de verbouwing van de woning van je partner. In dat geval kun je onderling afspreken dat je ook meedeelt in een eventuele waardevermeerdering van de woning.


    Vervaltermijn en/of afschrijvingsregeling opnemen
    Het is verstandig om een vervaltermijn op te nemen voor vergoedingsrechten. Zo voorkom je dat als jullie uit elkaar gaan er nog een vordering van jaren geleden boven je hoofd hangt. De gebruikelijk vervaltermijn is 5 jaar.

    Een andere veel voorkomende afspraak is een afschrijvingsregeling voor inboedelgoederen. In dit geval spreken partners af dat er voor elk jaar samenwonen een x bedrag afgaat van de vordering, en bijvoorbeeld na 5 jaar nihil is.

    Bankrekeningen

    De tenaamstelling van een bankrekening zegt niets over de gerechtigdheid tot het saldo op die rekening. Bij een “en/of” rekening hebben partners dus niet automatisch recht op de helft van het saldo. Het is echter wel verstandig om deze verhouding zo vast te leggen, omdat  in de meeste gevallen na verloop van tijd alle bij- en afschrijvingen door elkaar gaan lopen en niemand meer kan vast stellen wat van wie is. Uiteraard blijft het mogelijk op enig andere moment ten behoeve van een bepaalde transactie iets ander af te spreken.

    Tot slot twee aanvullende afspraken die partners kunnen maken:

    • een tekort op een bankrekening wordt ook voor de helft gedragen
    • bij een privé-uitgaven vanaf de en/rekening is de betreffende partner verplicht om het bedrag zo spoedig mogelijk terug te storten

    Huurwoning

    Gaan jullie huren?
    Lees dan de huurovereenkomst zorgvuldig door voordat jullie tekenen. Controleer de voorwaarden met betrekking tot de duur van het huurcontract, de opzegtermijn, de huurprijs en eventuele beperkingen (bijvoorbeeld huisdieren of roken).

    Verzekeringen
    Overweeg het afsluiten van een inboedel- of glasverzekering. Deze verzekering dekt de schade aan jullie eigendommen in geval van diefstal, brand of andere onvoorziene omstandigheden. Controleer welke verzekeringen verplicht zijn volgens de huurovereenkomst.

    Huurbescherming
    Voor de huurbescherming is het voor beide partners van belang dat ze allebei huurder zijn. Komt een van hen te overlijden of wordt de samenwoning verbroken, dan is de ander (de niet-huurder) niet direct dakloos.

    Koopwoning

    Hier kunnen zich twee situaties voordoen:

    • één van de partners heeft een woning in eigendom
    • de partners hebben samen een woning in eigendom

    De volgende afspraken staan regelmatig in een samenlevingscontract in het kader van een eigen woning:

    • indien je meer dan je breukdeel (eigendomsverhouding) betaalt hebt voor de woning (de koopsom), heb je een vordering op je partner
    • indien je meer aflost dan je partner geldt hetzelfde
    • netto woonlasten zijn huishoudkosten (rente, rioolheffing, ozb, etc.)
    • de daadwerkelijke aflossing van een eventuele hypotheekschuld komt ten laste van de partners op basis hun in de eigendomsverhouding


    Een voorbeeld

    Koopsom huis: € 300.000,-
    Hypotheek: € 200.000,-
    Gezamenlijk eigendom, 50/50

    Wat komt iedere partner in dit voorbeeld tekort? Antwoord: de helft van € 300.000 – € 200.000 is € 50.000.

    Stel, partner 1 heeft € 100.000 eigen geld en partner 2 heeft geen eigen geld. Partner 1 gebruikt € 100.000 om de woning te betalen. Partner 2 heeft in dit voorbeeld een schuld aan partner 1 van € 50.000. Met dit van partner 1 “geleende” geld heeft partner 2 zijn/haar helft van de woning betaald.

    Dit soort transacties dien je goed vast te leggen in je eigen administratie zodat later geen discussie kan ontstaan over bijvoorbeeld de hoogte van de bedragen.

    Fiscaal partnerschap
    Zijn partners ook fiscaal partners, dan is een bijkomend voordeel dat ze ongeacht de eigendomsverhoudingen naar eigen inzicht de eigenwoningrente zo voordelig mogelijk kunnen verdelen.

    Verrekening waardemutaties tussen de partners
    Heeft één van de partners een woning in eigendom, dan kunnen zij onderling afspreken dat de andere partner meedeelt in de waardestijging (en ook waardedaling) van de woning.

    Zij zouden dat ook kunnen bereiken door de helft van de woning over te dragen aan de andere partner (niet-eigenaar koopt zich in), maar het nadeel daarvan is het het allerlei kosten met zich meebrengt zoals hypotheekadvies, overdrachtsbelasting en notariële kosten.

    Wanneer eindigt een samenlevingscontract?

    Een samenlevingscontract hoef je niet te beëindigen via de rechter of een notaris. In het contract zelf staan de regels die van toepassing zijn bij het einde van het samenwonen.

    De samenleving eindigt in beginsel in de volgende situaties:

    • de partners verbreken hun samenleving en zetten een punt achter hun relatie
    • door het overlijden (van één) van de partners
    • door het aangaan van een huwelijk of geregistreerd partnerschap (onderling of met een derde)

    Soms komt het voor dat partners uit elkaar zijn door omstandigheden, bijvoorbeeld opname in een ziekenhuis. Uiteraard is het dan niet de bedoeling dat een samenlevingscontract eindigt.

    Partners doen er verstandig aan om elkaar een (aangetekende) brief te sturen wanneer zij het samenlevingscontract (en de samenleving) willen opzeggen. Zo worden onnodige discussies over de precieze datum van ontbinding voorkomen.

    Woonrecht

    Het is gebruikelijk om in een samenlevingscontract op te nemen dat partners nog een bepaalde periode mogen blijven wonen in de gezamenlijke bewoonde woning in het geval ze bij de ander inwonen (huur- of koopwoning). Dit om te voorkomen dat men van de één op andere dag dakloos is. Woont één van de partners in de woning van de ander dan zal die partner na die periode moeten vertrekken.

    De partners kunnen aanvullend in het contract afspreken dat de vertrekkende partner een bijdrage ontvangt in de verhuis- en herinrichtingskosten.

    Wonen de partners in een gemeenschappelijke huur- of koopwoning dan zullen zij een besluit moeten nemen wie mag blijven wonen.

    Zie ook “Verdeling van de woning”.

    Verdeling bezittingen

    Aan het einde van de relatie bekijken de ex-partners welke goederen van wie zijn en hoe de gezamenlijke bezittingen verdeeld worden. Goederen die privé zijn, blijven privé.

    In sommige gevallen ontstaat discussie over de eigendomssituatie. Om dit te voorkomen, kun je een lijst aan de samenlevingsovereenkomst hechten. Hierop staan de zaken die van elke partner privé zijn en blijven. Je kunt ook gemeenschappelijke bezittingen op de lijst opnemen.

    Deze lijst dient als bewijs, waarmee je kunt aantonen welke goederen van jou persoonlijk zijn en welke gemeenschappelijk zijn. Dit bewijs kun je ook op andere manieren bereiken, bijvoorbeeld door een factuur met  jouw naam erop. Indien je geen bewijs hebt en er is discussie over de eigendomssituatie, spreken partners meestal in de samenlevingsovereenkomst af dat het goed als gemeenschappelijk wordt gezien. De inboedel is doorgaans gezamenlijk eigendom en soms is ook de auto gezamenlijk.

    Alle gezamenlijke goederen verdeel je bij het einde van het samenwonen. Vaak is in de samenlevingsovereenkomst een regeling opgenomen om de waarde van deze goederen te bepalen indien je er samen niet uitkomt.  Als dit niet lukt, kan een deskundige de waarde bepalen en in het ergste geval buigt de kantonrechter zich hierover.

    Verdeling van de woning

    Voor de verdeling van een gemeenschappelijke koopwoning gelden een aantal specifieke regels. In principe hebben beide ex-partners evenveel recht om de woning toebedeeld te krijgen. Tenzij jullie iets anders hebben afgesproken, zijn er eigenlijk 3 mogelijkheden wat betreft de woning:

    1. Geen van jullie wil in het huis blijven wonen; in dat geval zijn jullie verplicht om het huis samen te koop aan te bieden.
    2. Een van jullie wil in het huis blijven wonen en de ander vindt dit prima; in dat geval moet de ene partner het aandeel in de overwaarde van de andere partner uitbetalen en zorgen dat de hypotheekschuld alleen op naam komt van de partner die in het huis blijft (ontslag uit de aansprakelijkheid voor de ander). Als er sprake was van inbreng van eigen geld in de woning, moet deze vordering ook worden afgewikkeld.
    3. Jullie willen beiden in de woning blijven wonen; als jullie er onderling niet uitkomen, moet de kantonrechter beslissen wie van jullie in het huis mag blijven wonen. Hierbij worden alle belangen en feitelijke factoren (kinderen, huisdieren, werkplek etc.) meegewogen. Nadat besloten is wie in het huis mag blijven wonen, wordt ook gekeken hoe het financieel afgewikkeld moet worden.

    De tekst hierboven geldt voor een gemeenschappelijke eigen woning. Als jullie in een huurwoning woonden, geldt eigenlijk hetzelfde. Als het contract op jullie beider naam staat, hebben jullie beide evenveel recht om in de woning te blijven wonen. In de praktijk moet gekeken worden of een van de partners de huur alleen kan dragen en of de verhuurder hiermee akkoord gaat. Komen jullie er onderling niet uit? Dan kunnen jullie bij de kantonrechter terecht of maak je gebruik van een geschillenregeling.

    Overlijden en erfgenamen

    Zoals je al eerder hebt kunnen lezen zijn samenwonende partners geen erfgenamen van elkaar. Partners kunnen elkaar wel tot erfgenaam benoemen in een testament. Indien je geen testament wilt opstellen maar toch iets wilt regelen dan kan dat met een verblijvingsbeding.

    Een verblijvingsbeding in een samenlevingscontract is een clausule die werkt bij overlijden. Het is bedoeld om de situatie te regelen ten aanzien van gemeenschappelijke bezittingen in geval van overlijden van een van de partners.

    Met een verblijvingsbeding wordt bepaald dat bij overlijden van een van de partners, het gemeenschappelijke vermogen overgaat naar de andere partner. Dit vermogen kan alleen bestaan uit gemeenschappelijke bezittingen, zoals een gezamenlijk gekochte woning, bankrekeningen, inboedel, etc. Privé bezittingen vallen hier niet onder en gaan naar je erfgenamen.

    Het verblijvingsbeding biedt de langstlevende partner bescherming doordat deze eigenaar kan worden van de gemeenschappelijke bezittingen. Hierdoor kan de langstlevende partner in de woning blijven wonen en het gezamenlijke vermogen beheren zonder tussenkomst van derden.

    Belangrijk: Een verblijvingsbeding is niet voldoende indien er kinderen zijn. Dan is het noodzakelijk om een testament op te laten stellen.

    Wie zijn je erfgenamen?
    Als je geen testament hebt opgesteld, zal je nalatenschap worden verdeeld volgens de wettelijke erfopvolging, ook wel het wettelijk erfrecht genoemd.

    De wet kent vier groepen erfgenamen:

    1. Partner(getrouwd of een geregistreerd partnerschap), kinderen en hun afstammelingen.
    2. Ouders, broers, zussen en afstammelingen.
    3. Grootouders met hun (klein)kinderen, ooms, tantes, neven, nichten.
    4. Overgrootouders en hun afstammelingen.

    Indien er geen erfgenamen zijn in de eerste groep dan ga je naar de volgende groep.

    Kortom, samenwonende partners zijn geen erfgenaam van elkaar indien zij elkaar niet tot erfgenaam hebben benoemt.

    Alimentatie

    Een van de grote verschillen tussen het huwelijk/geregistreerd partnerschap en het ongehuwd samenwonen is dat er tussen partners die ongehuwd samenleven geen recht op alimentatie is bij het einde van de relatie. Samenwoners kunnen wel alimentatieafspraken maken in een samenlevingscontract.

    Partneralimentatie
    Na het samenwonen kan een partner alleen aanspraak maken op partneralimentatie als de partners dit hebben afgesproken in het samenlevingscontract. In feite sluit je aan bij de regels voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap als je besluit om alimentatie-afspraken op te nemen in het samenlevingscontract.

    Als de partners allebei fulltime werken, zullen zij waarschijnlijk weinig behoefte hebben aan een alimentatie-afspraak.

    Als een van de partners een ‘carrièrebreuk’ lijdt, kan dat een ander verhaal zijn. In dat geval kan worden afgesproken dat onder bepaalde omstandigheden, afhankelijk van inkomsten en waar behoefte aan is, alimentatie moet worden betaald. Bijvoorbeeld als er kinderen uit de relatie geboren zijn. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat er twee soorten alimentatie zijn, namelijk partneralimentatie en kinderalimentatie. Als partners afspraken maken over alimentatie in het samenlevingscontract gaat het altijd over partneralimentatie.

    Bij de uitvoering van de alimentatieafspraken bij het einde van de relatie kan het verstandig zijn om hierbij hulp in te schakelen, bijvoorbeeld bij een advocaat/mediator. Bij het bepalen van de hoogte van de partneralimentatie wordt rekening gehouden met de draagkracht van de meest verdienende partner en de behoefte van de minst verdienende partner. 

    Partneralimentatie is bedoeld om in de kosten van levensonderhoud te voorzien, voor een bepaalde tijd. Mocht degene die alimentatie ontvangt of gaat ontvangen zelf in deze kosten kunnen voorzien, dan vervalt het recht op partneralimentatie. Ook als degene die de partneralimentatie ontvangt opnieuw gaat samenwonen, vervalt dit recht. 

    Kinderalimentatie
    Hebben partners samen kinderen en gaan zij uit elkaar, dan kan er ook sprake zijn van kinderalimentatie. 

    Degene die de meeste zorg draagt over de kinderen wordt gezien als de verzorgende ouder. Dit is ook degene die de kinderalimentatie zal kunnen ontvangen van de andere ouder. Hoeveel kinderalimentatie betaald moet worden, is afhankelijk van meerdere factoren. Zo spelen jullie inkomens een rol en wordt ook gekeken naar de omgangsregeling. Over kinderalimentatie kun je geen afspraken maken in een samenlevingscontract omdat je als ouders altijd voor je kinderen moet zorgen.

    (Ouderdoms)pensioen

    Ouderdomspensioen delen bij einde relatie
    Naast het pensioen dat een partner krijgt van de overheid, de zogenaamde AOW, krijgen mensen die in loondienst hebben gewerkt ook pensioen dat ze hebben opgebouwd bij hun werkgever. Als hierover geen afspraken worden gemaakt in het samenlevingscontract kunnen ex-partners geen aanspraak maken op dit opgebouwde pensioen van de ander. In sommige gevallen kan het aantrekkelijk zijn om dit ouderdomspensioen wel te delen na het einde van de relatie. In feite wordt hiermee aangesloten bij de regels die gelden voor het huwelijk of het geregistreerd partnerschap. Als je ervoor kiest om het ouderdomspensioen te delen na het einde van de relatie, dan wordt alleen het tijdens de relatie opgebouwde pensioen met elkaar verrekend.

    Nabestaanden-/partnerpensioen
    In een samenlevingscontract is het niet automatisch geregeld dat partners recht hebben op het delen van partnerpensioen. Het partnerpensioen is een vorm van nabestaandenpensioen dat door pensioenfondsen of verzekeraars wordt geboden aan de partner van een overleden persoon.

    Het is belangrijk op te merken dat niet alle pensioenfondsen en verzekeraars de mogelijkheid bieden om partnerpensioen te delen met een samenlevingscontract. Sommige pensioenregelingen staan alleen deling van partnerpensioen toe bij huwelijk of geregistreerd partnerschap.

    Erkenning en geschillen​

    Erkenning
    Een belangrijk aspect van het samenlevingscontract is de juridische erkenning en afdwingbaarheid ervan. Het is essentieel dat het contract voldoet aan de wettelijke vereisten en dat het als geldig wordt beschouwd door de relevante juridische instanties. Dit omvat het zorgvuldig opstellen en ondertekenen van het contract, evenals het naleven van eventuele formele procedures die vereist zijn voor de erkenning ervan.

    Geschillenbeslechting
    Het samenlevingscontract kan voorzien in afspraken voor geschillenbeslechting tussen de partners. Dit kan bijvoorbeeld een arbitrageclausule of een bepaling voor mediation omvatten, waardoor eventuele geschillen op een alternatieve manier kunnen worden opgelost zonder tussenkomst van de rechter. Het opnemen van dergelijke geschillenregelingen kan bijdragen aan een efficiënte en minder conflictueuze afhandeling van geschillen.

    Andere noodzakelijke maatregelen
    Naast de bescherming die het samenlevingscontract biedt, kunnen partners aanvullende externe beschermingsmaatregelen overwegen. Dit kan onder meer het afsluiten van een levensverzekering, het opstellen van een testament of het registreren van een samenlevingscontract bij de relevante instanties (pensioenfonds of werkgever) zijn. Het nemen van dergelijke maatregelen kan extra zekerheid bieden voor de partners en hun belangen beschermen.

    Tot slot

    Een goede communicatie tussen de partners is essentieel bij het opstellen van een samenlevingscontract. Het is belangrijk dat beide partners open en eerlijk kunnen praten over hun verwachtingen, wensen en zorgen. Door actief met elkaar te communiceren en samen tot overeenstemming te komen, kan een evenwichtig en bevredigend contract worden opgesteld. Het is ook belangrijk om eventuele geschillen of meningsverschillen tijdens het opstellen van het contract op te lossen, zodat beide partners zich gehoord en begrepen voelen en hun wensen terugzien in het contract.

    Regel eenvoudig je samenwonen

    Samenlevingscontract online

    Een samenlevingscontract is een juridische overeenkomst tussen twee personen die samenwonen, waarin afspraken worden gemaakt over hun verantwoordelijkheden en rechten tijdens hun samenleving.

    Regel ook je nalatenschap

    Samenlevingscontract met testamenten online

    Voor samenwoners met kinderen, geen kinderen, kinderwens of kind op komst.

    4.8
    4.8/5
    voor onze notaris op Google reviews